Nieuws

‘Cowboys’ op groene daken

Cobouw 27-01-2015

Groene daken winnen aan populariteit, maar worden tegelijkertijd bedreigd door cowboys, gebrek aan kennis en misverstanden.

“Architecten vragen steeds meer om groene daken. Soms heb ik het gevoel dat we heel Nederland doen”, zegt Grad van Heck, directeur van het bedrijf Groendak.

De concurrentie is groot. Marges staan onder druk en bovendien klooien sommige dakdekkers maar wat aan, waarschuwt Van Heck. “Die denken: ik gooi mijn dak een beetje omhoog en doe er een beetje groen op. Maar het maken van een groen dak dat water kan bergen, is echt een vak.” André van Engel, adjunct-directeur van branchevereniging Vebidak onderschrijft dat.  “Soms groeien de wortels door de daken. Dat leidt tot lekkages. Maar gelukkig worden deze beginnersfouten steeds minder gemaakt. Cowboys zullen er altijd zijn.”

Ongeveer veertig gemeenten in Nederland subsidiëren groene daken. In de hoofdstad wil D66 de ambitie ook kracht bij stellen. “Dat is hard nodig”, zegt Grad van Heck, directeur van Groendak. “De Amsterdammer kijkt heel raar als je erover begint. Mos groeit toch vanzelf op het dak”, redeneert hij.

“Op een bitumen dak van onze aanbouw (8 jr geleden) hebben we 1,5  jaar geleden een groen dak laten leggen door een erkend bedrijf. Ongeveer 2 maanden geleden is het gaan lekken. Het water loopt vanonder het boeiboord langs de muur naar beneden.”

Het bovenstaande bericht staat op de website van Vereniging Eigen Huis. Lekkende groene daken komen vaker voor, weet André van Engel, adjunct-directeur van Vebidak, de vereniging van bitumineuze en kunststof  dakbedekkingsbedrijven. Daarom werkt hij aan een norm voor groene daken met andere belanghebbenden. Wat is de windbelasting? Hoe brandgevaarlijk is het? Hoeveel water buffert het?
“Wil je de grote groep meekrijgen dan is die norm uitermate belangrijk”, stelt Van Engel.

Grad van Heck is het daar helemaal mee eens. Bouwfouten en cowboys kun je daarmee weren volgens hem.
Van Heck is directeur van Groendak en levert al sinds 1991 groene daken. In Nederland, België en Duitsland waar het voor hem allemaal begon….

Echt vlotten wil het niet met de norm. “Eigenlijk zou hij begin dit jaar af zijn, maar ik denk dat het nog wel een jaartje kan gaan duren. Ze zijn nu honderd keer wetenschappelijk aan het aantonen dat gras, plantjes en,  populair gezegd, de korreltjes, waar ze in staan, niet van het dak afwaaien. Dat is best nuttig hoor, maar geloof mij: ze waaien echt niet weg.”
Het is het probleem van het grasdak. Want hoewel steeds meer opdrachtgevers en architecten water willen bufferen op het dak en de hitte van de zomer met planten bovenop willen weren, wordt er volgens praktijkman Van Heck nog altijd veel onzin verkocht. Vooral het ‘bewerken’ van de consument is bewerkelijk: “Het vreet in mijn dakpannen”, roept de één, “of mos groeit toch wel op mijn dak”, zegt de ander.
D66 in Amsterdam wil een lans breken voor sedumconstructies. De hoofdstad telt volgens de officiële cijfers momenteel 249 groene daken,  maar welgeteld een Mokums dak is uitgerust met een drainagesysteem. “Als je de daken echt wil inzetten tegen de wateroverlast is er veel meer nodig”, constateert Marijn Bosman, gemeenteraadslid van D66.

Bosman wil af van het filantropengehalte dat in de hoofdstad nog altijd kleeft aan dit soort bouwkundige maatregelen en gelooft in een toekomst met waterneutrale bouwkavels. Met subsidies en afspraken tussen waterschap en stad wil ze groene daken stimuleren. Ook in de regels wil ze snijden. Welstandsregels zitten beplante daken bijvoorbeeld in de weg: “Met architecten kan de gemeente bekijken dat probleem kan worden omzeild.”

Van Heck van Groendak juicht het toe dat D66 wil snoeien in het ‘regelwoud’. “Amsterdam is toch altijd een PvdA-stad geweest. Dat staat gelijk aan veel regels. Anders dan bijvoorbeeld in Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Groningen is bovendien het besef in de hoofdstad nog niet zo aanwezig dat een groen dak ook water kan bufferen. Met als belangrijk voordeel dat de riolering niet te zwaar wordt belast.”
“Ja hoor, ik ga ook uit mijn dak van het groene dak”, lacht Van Engel van Vebidak. “Al spreken wij liever over gebruiksdaken. In Utrecht kun je tegenwoordig voetballen op het dak van de Ikea.”

Ook Van Engel vindt dat investeren in  groene daken moet worden beloond. Hij behartigt de belangen van platte daken. Dat neemt niet weg dat een groen dak ook op een hellend dak mogelijk is. Van Heck van Groendak durft het zelfs aan om daken met een helling van 60 graden te vergroenen. En anders kunnen bouwers altijd nog terugvallen op de speciale plantenbakken die voor schuine daken zijn bedacht, spreekt Piet Jacobs, voorzitter van vereniging het Hellende dak. Of… “Zonnecellen.”
Over die trend maakt Jacobs zich overigens wel zorgen. “Iedereen wil nu zonnecellen, maar men vergeet daarbij het dak te isoleren. Het is leuk als je met zonnecellen geld wil verdienen, maar als het er aan de andere kant weer uitgiert, schiet dat natuurlijk niets op.”
Jacobs waarschuwt ook voor zonnecellen die niet goed gemonteerd worden. Bij een goede storm zou het niet de eerste keer zijn dat een pv-cel van het dak waait. “Je zou ervan schrikken als je dat zou gaan inventariseren. Constructies worden vaak ook niet waterdicht gemaakt. Met als gevolg dat dakpannen onder de zonnecellen breken. Het probleem is dat je dat pas na vijf jaar ziet.”
Alle obstakels ten spijt. Bosman van D66 hoopt dat de grijze daken in Amsterdam ooit bijna allemaal groen zijn. “Regenwaterbelasting heffen zou kunnen helpen”, denkt Van Heck. “Dat doen ze in Duitsland ook. En als je dan maatregelen treft krijg je korting.” .

…Zijn groene dakenavontuur begon dus jaren geleden in Duitsland. De ontwikkelaar van een gebouw wilde geen tuin. Duitsers die niet achter uit zouden kunnen rijden, zouden de tuintjes toch alleen maar vernielen. Toen bedacht Van Heck een daktuin.

Gepubliceerd op 27 januari 2015 in Nieuws

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *