Nieuws

Misschien is het u ontgaan?

Misschien is het u ontgaan, maar deze week is de Nationale Week van de Nestkast. Ik ben wel blij met zulke weken omdat ze aandacht vragen voor weggezakte, vergeten zaken. Zoveel zaken zijn dat, dat we aan 52 weken eigenlijk niet voldoende hebben en de ene week wel eens met de andere moet samenvallen, maar dat is niet erg.

De nestkast heeft de hele week voor zichzelf. Maar waarom de nestkast? Dat moest ik eerlijk gezegd  ook even opzoeken. Er heerst naar het schijnt grote woningnood onder de vogels, en dat komt mede omdat wij in onze isolatiewoede onze huizen dichtkitten.  Bovendien is het mode om onze tuinen te verstenen en te transformeren in ’onderhoudsarme buitenruimtes’. De tuin is, voorzien van weervast zitarrangement, een verlengstuk van onze woonkamer geworden. Aan groen blijft dan over een tot bol gesnoeide buxus in een pot. En daar kan geen vogel in wonen.

Zo’n tuin heb ik zelf niet, maar we hebben wel een nestkast, al een jaar of twee, maar die is nimmer bewoond geweest. Het is nog wel een officiële nestkast, met een groen dak, en een metalen plaatje van Vogelbescherming – een voor elke vogelsoort herkenbaar certificaat van betrouwbaarheid. Het zou er storm moeten lopen, voor het ronde ingangsgat. Maar nee hoor, al jaren niet bewoond. Geen kip.

Dankzij de week van de nestkast weet ik waarom: foute ophanging. En dat voor een bouwwerkbegroener!

Voor een wezen met woningnood is een vogel nog best kieskeurig. Onze nestkast had ik fraai gecamoufleerd tussen de takken van de oude klimhortensia gedrukt, dichtbij de glaspui, want je wilt toch een beetje meegenieten van je fladderende onderhuurders. Heel erg stabiel was het niet, geloof ik, die kast tussen de takken, maar erger was, zo begreep ik nu, dat de aanvliegroute door die takken werd bemoeilijkt. De camouflage was zo goed dat zelfs een vogel de ingang niet kon vinden.

De kast moet op een andere plaats. Maar waar? Nu lees ik dat zo’n kast op een schaduwrijke plaats naar het noorden of noordoosten gericht moet worden opgehangen (vogels houden niet van doorzonwoningen) en de goede invliegopening moet hebben. De diameter van die opening bepaalt de bewoner. Tussen een pimpelmees en een boomklever zit 2 millimeter. Overzichtelijk, die vaste maten in het vogelrijk.

Toch tob ik nog met mijn nestkast. In stedelijk gebied blijkt zeventig procent van de nestkasten onbewoond. En kans op bewoning is het grootst als het hele jaar door gevoederd wordt. Toe maar.

Wat is dat voor wezen, dat alleen vrije kost en inwoning accepteert? Iets superieurs, vermoedelijk.

Bron: Trouw.nl – Wim Boevink

Gepubliceerd op 25 februari 2011 in Nieuws

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *